top of page

Er valt geen glorie te rapen op het slagveld

  • Steven Desanghere
  • 10 nov
  • 4 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 11 nov

Enkele weken geleden gidste mijn zus, Sigrid Desanghere mij doorheen Ieper, samen met wat familieleden. Zij schetste (als vrijwilligster voor Flanders Fields Museum) op zo'n twee uur tijd op bijzonder levendige wijze, het miserabele lot van de duizenden Ieperlingen die na de Duitse inval in 1914 nog een tijdlang in hun stadje bleven wonen, als het ware tussen hamer en aambeeld. Tot hun trotse lakenstad van weleer werkelijk volledig werd verwoest, en jaren later heropgebouwd.

We sloten de herinneringstocht af met een pakkende 'Last Post' klaroengeschal aan de Menenpoort.


ree

Zelf zijn wij geboren en getogen in Diksmuide, het boterstadje twintig kilometer westwaarts, dat evenals Ieper volkomen van de kaart werd geveegd, en waar vier jaar lang jonge mannen in hun loopgraven aan de Yzer gek en getraumatiseerd werden van angst en verdriet.. Onze boerenfamilie verloor toen alles, en wie in 1919 terugkeerde om het land na vijf jaar opnieuw te bewerken, werd bijna dagelijks geconfronteerd met anonieme lijken, kraters en onontplofte bommen. Tot op de dag van vandaag vertoont mijn geboortestreek haar diepe littekens, en honderden soldatenkerkhoven getuigen van de gruwel aldaar. Intergenerationeel zijn de oorlogstrauma's bijlange nog niet uitgedoofd. De Tweede Wereldoorlog mag je gerust zien als logisch gevolg van de Eerste Wereldoorlog, die dus het lot van mijn overgrootouders, grootouders en ouders geheel en al overhoop haalden.

En toen mijn zus dus al die oude Ieperse foto's en verhalen en getuigenissen bovenhaalde, en ons meeloodste naar de originele plekken waar zoveel gruwel (en solidariteit) plaatsvond, dan besefte ik weer verdomd goed waarom ik al gans mijn leven doordrongen ben van pacifisme, en waarom ik me als vredesactivist zovele keren liet oppakken - in Kleine Brogel, bij het Navo hoofdkwartier te Evere, bij de Irak-oorlogstransporten in 2003 langs spoorwegen en luchthaven, tot zelfs bij een internationale Navo-meeting in Lissabon toe. "Nooit meer Oorlog", las ik zovele keren op de Yzertoren naast mijn geboortehuis. "Nie wieder Krieg", schreeuwde het gebeitelde ouderkoppel van Käthe Kollwitz op het soldatenkerkhof van Vladslo, op korte fietsafstand van het huis van mijn jeugd.


ree

Niet dat we naïef moeten zijn wanneer andere landen of volkeren bedreigd worden in hun bestaan, en al zeker niet dat we moeten buigen voor de agressie vanuit bepaalde landen. Maar het laten escaleren van geweld, de wedloop voor wapens en next level gruwel, daar worden we niet beter van. Altijd iemands zoon, altijd iemands vader, altijd iemands broer, die onbekende soldaat, om over de burgerslachtoffers nog niet te spreken. Beter is het te boycotten, te onderhandelen, te dialogeren, elkanders bezorgdheden trachten te begrijpen, en niét mee te gaan met de ontmenselijking en de valse praatjes van het militair-industrieel complex.


En dan durf ik me af en toe eens uit te spreken op sociale media rond mijn gefundeerde standpunt, en dan schrik ik me iedere keer weer rot over de extreme domheid en blindheid die een groot deel van onze pers en onze politiek lijkt te domineren. Wist je bijvoorbeeld dat ongeveer ALLE Belgische politieke partijen (op PVDA na) voorstander zijn van een verdere escalatie aan het Oostfront? Ze dromen van Tomahawks diep in Rusland, van drone wars en hybriede oorlogsvoering, van hernieuwde dienstplicht, van miljarden extra investeringen in moordmateriaal, van nucleaire dreigementen en het 'van de kaart vegen' van Moskou (en haar miljoenen inwoners). En wist je dat de meesten ervan overtuigd zijn dat we die Russische Beer wel op de knieën zullen krijgen, ook al gaat dat ten koste van nog vele miljoenen Oekraïense en Russische levens, en misschien, wie weet, ook van vele Westeuropese levens? Altijd iemands zoon, altijd iemands vader, altijd iemands broer. En keer op keer krijg ik het verwijt van deze oorlogsadepten van naïef te zijn, ongeïnformeerd, of niet voldoende emotioneel betrokken.


ree

En dan denk ik voor de zoveelste keer aan de Slag om Passendaele (vlakbij Ieper), een offensief van Britten, Franzen, Canadezen, Australiërs, Nieuwzeelanders en Belgen, die drie maanden en half duurde en eindigde op 10 november 1917, vandaag exact 108 jaar geleden.

De 'winst': een achttal kilometer extra desolaat gebied veroverd op Den Duits. Een militaire blunder van formaat.

Het verlies: vele honderdduizenden jonge mannen verloren hun levens, en nog vele honderdduizenden meer hun fysieke en/of mentale gezondheid. Gebombardeerd, vergast, geschoten (door vijandelijk én vriendschappelijk vuur), neergestoken, ge'shell shocked'. Ontelbare gebroken gezinnen achterlatend.


Oorlog is waanzin, en die waanzin wordt behoorlijk straf gecapteerd door Wilfred Owen, de Britse soldaat-dichter, die in 1918 stierf aan het front, niet zo ver van Passendaele. Een week voor het einde van de Groote Oorlog.


"Dulce et Decorum Est


Bent double, like old beggars under sacks,

Knock-kneed, coughing like hags, we cursed through sludge,

Till on the haunting flares we turned our backs,

And towards our distant rest began to trudge.

Men marched asleep. Many had lost their boots,

But limped on, blood-shod. All went lame, all blind;

Drunk with fatigue; deaf even to the hoots

Of tired, outstripped Five-Nines that dropped behind.

Gas! Gas! Quick, boys!—An ecstasy of fumbling

Fitting the clumsy helmets just in time,

But someone still was yelling out and stumbling

And flound’ring like a man in fire or lime

Dim through the misty panes and thick green light,

As under a green sea, I saw him drowning.

In all my dreams before my helpless sight

He plunges at me, guttering, choking, drowning.

If in some smothering dreams, you too could pace

Behind the wagon that we flung him in,

And watch the white eyes writhing in his face,

His hanging face, like a devil's sick of sin,

If you could hear, at every jolt, the blood

Come gargling from the froth-corrupted lungs,

Obscene as cancer,

Bitter as the cud

Of vile, incurable sores on innocent tongues,–

My friend, you would not tell with such high zest

To children ardent for some desperate glory,

The old Lie: Dulce et decorum est

Pro patria mori."


Niet in mijn naam.

Vrede is de weg.


ree

 
 
 

Opmerkingen


© 2021 door De Vrijdenker

bottom of page