top of page

Mijn vader, zijn krulwilg en Kafka in de polders

  • Steven Desanghere
  • 13 minuten geleden
  • 5 minuten om te lezen

Mijn vader wordt eind dit jaar 84 jaar. Een fiere, wijze man, met groene vingers, die zich in 1975 met zijn jonge gezinnetje vestigde in een buitenwijk van boterstadje Diksmuide. Hij maakte van de verkaveling een waar paradijsje, want naast het warme, oerdegelijke huis verrees een geweldige ‘lochting’, een tuin die sinds de warme zomer van 1976 onophoudelijk een stroom aan bloemen, biologische groenten, bessen en fruit levert, waar ik en mijn zussen letterlijk mee zijn opgegroeid. Ook op zijn gezegende leeftijd begint hij iedere lente opnieuw te spitten, te zaaien, te wateren, te wieden en later te oogsten. En nog altijd mag ik mee proeven van deze hoorn des overvloeds.


Mijn vader let niet enkel op onze buikjes, maar ook op de talrijke wilde vogels die hij de laatste halve eeuw gelukkig maakt met nestplaatsjes, water en wat lekkers in de winter. Hij prààt met zijn merels, roodborstjes en andere gevleugelde vrienden. En dan heb ik het nog niet over de verschillende soorten vlinders, de zoemende bijen, de ‘pimpampoentjes’ en de duizenden ‘tettingen’ in de grond.


In 1985 plantte mijn vader een krulwilgje, naast zijn gekoesterde en goed onderhouden tuinhuisje. En over het lot van deze krulwilg wil ik het even hebben.

 

ree

Veertig jaren later zit deze stevige krulwilg immers aan het einde van haar levenscyclus. Een gemiddelde leeftijd voor een krulwilg om er het bijltje bij neer te leggen. De boom begint te zuchten en te kreunen, is vanbinnen aan het rotten, begint vervaarlijk te kraken, en sméékt als het ware neergelegd te worden. Ook na haar dood kan ze het huis van mijn ouders wellicht nog heel wat warme uurtjes bezorgen als brandhout. En sommige van haar twijgjes kunnen een nieuw leven beginnen. Recyclage en circulaire economie werden door mijn ouders, beiden opgegroeid op een kleine boerderij in de polders van de Westhoek, altijd al beoefend, lang voordat die termen in zwang geraakten bij onze groene beleidsmakers.

 

Tijd om de boom dus neer te leggen, zou je denken. En dat is ook exact wat mijn gezagsgetrouwe vader wil doen. Hij verkiest om het binnen de regels te doen, maar wel liefst zo snel mogelijk want….de boom wordt steeds meer een acuut dreigend gevaar voor hemzelf, zijn kinderen en kleinkinderen die langspasseren in den hof. En voor zijn dierbare tuinhuisje.

Daarom contacteert hij in juni 2025 de Dienst Ruimtelijke Ordening van Diksmuide, om hen op de hoogte te stellen van zijn plan. En daar wordt hij, op zijn gezegende leeftijd, meegesleurd in een kleine kafkaïaanse dynamiek.


ree

Waar hij had verwacht dat ze bij de gemeente zouden beamen dat een krulwilg op haar gezegende leeftijd nu eenmaal omgezaagd moest worden, en dat ze hem misschien zouden aanmanen om een nieuw boompje te planten, ter compensatie, kwam hij evenwel in een héél ander bureaucratisch verhaal terecht.

We zijn intussen zo’n dikke vier maanden verder, en héél veel mails, telefoontjes, aangetekende zendingen, tandengeknars en 'ertefretten' verder. En nog staat de oude boom er. Hoewel, het einde van de administratieve nachtmerrie komt nu wel in zicht. Nog even op de tanden bijten en flink wat angsten doorstaan bij de zware storm die vorige week ons land teisterde. De verlossing lijkt nabij.


Maar hoe moeilijk kan dat nu zijn om in Diksmuide anno 2025 een oude boom te kappen?


Welnu, na een telefoontje aan de Dienst Ruimtelijke Ordening, begin van de zomer, diende een ambtenaar langs te komen om zich met een lintmeter te vergewissen van de grootte van de boom. Daarna werd er wat over en weer gebeld, en op 3 juli krijgt mijn vader te horen dat ze 'enkel' maar volgende zaken in orde dienen te brengen om hun aanvraag tot boomeuthanasie te kunnen indienen. Het draait hier, omwille van de breedte, niet om een kapvergunning, maar om een heuse omgevingsvergunning. En dus...

a) moet hij een beschrijvende nota opstellen en uploaden op een website van de gemeente, met informatie over de boom: omtrek, soort, leeftijd én de reden waarom ze deze wil rooien.

b) moeten er drie foto's worden geupload van de te rooien boom, in verschillende aanzichten.

c) moet er een inplantingsplan van de bestaande toestand worden geproduceerd, met de correcte afstand tot de verschillende perceelsgrenzen, eventueel met gebruikmaking van Google Earth (leg dat maar eens uit aan een 83-jarige).

d) Vervolgens moet er nog een Situeringsplan worden opgemaakt, bijvoorbeeld via Google Maps, waardoor de gemeente weet waar de grond van mijn ouders zich precies bevindt.


Dit is het moment dat mijn 83-jarige vader de fakkel doorgeeft aan mijn 77-jarige moeder, die over iets meer geduld en relativeringsvermogen beschikt in dergelijke zaken. Met heel wat zoekwerk, gesakker, creatief knip- en plakwerk én de hulp van een vriendelijke ambtenaar, slagen ze er uiteindelijk in om hun aanvraag digitaal up te loaden. We zijn inmiddels zo'n drie weken verder en de boom blijft maar vervaarlijk kraken.


Nu de aanvraag is ingediend, is het enkel wachten op een goedkeuring door het voltallige schepencollege van Diksmuide.


Meer dan twee maand en heel wat bomengekraak en bijhorende grootvaderlijke onrust verder, is het eindelijk zover. In de eerste dagen van de herfst wordt mijn ouders medegedeeld dat de stervende boom BIJNA naar beneden mag, vermits de burgemeester en schepenen van Diksmuide hierover formeel hun zegen uitspraken. Maar EERST moet er nog binnen de tien dagen een publieke bekendmaking worden opgehangen aan hun deur en DAARNA moeten ze nog minstens zesendertig dagen wachten om te kappen. In die tijd krijgen overijverige groene buurtridders nog de kans om formeel beroep aan te tekenen tegen het kappen van de boom. Beginnen mijn ouders na die termijn uiteindelijk met het kappen van de krulwilg, dan moeten ze de gemeente daar ook meteen weer op de hoogte van brengen via één of andere digitale procedure.


ree

Dat wil zeggen dat mijn vader één van de volgende weken waarschijnlijk eindelijk de krulwilg uit haar (en zijn) lijden mag verlossen, zonder de kans te lopen op een gigantische 'ontbossingboete'.


Een boom die dus stervende is, door mijn vader zelf geplant is, temidden van een groene oase die de afgelopen halve eeuw door deze man is gecreëerd en vol liefde is onderhouden.


Ik snap maar al te goed het belang van bomen, en gezonde ecosystemen, en de wens om ontbossing een halt toe te roepen. Maar is het nu écht noodzakelijk om zoveel stress te bezorgen aan mijn twee bejaarde ouders, die al gans hun leven zo mooi getuigen van een diepe liefde en respect voor ons leefmilieu? Zijn digitale overregulering en administratieve terreur van goedmenende burgers nu werkelijk het enige antwoord dat wij als samenleving kunnen bedenken om een stervende boom neer te mogen halen? Dat moet toch anders kunnen? Toch? Niet in mijn naam alvast.


En intussen start ik in mijn eigen tuin, samen met mijn geliefde, met het planten van heel wat héérlijke fruitboompjes. Tegen de tijd dat die ooit sterven, zullen zij die na ons komen zich hopelijk te pletter lachen met dit kafkaiaanse polderverhaal uit 2025.




 
 
 

© 2021 door De Vrijdenker

bottom of page